Wetgeving

Het rapport over de wet-en regelgeving voor gebruik van kruiden bij dieren vindt u hier.  

Wettelijke situatie in Europa
Er is geen unieke wet in de Europese Unie waar alle fytotherapeutica samen onder zouden vallen. De verschillende wettelijke categorieën waaronder fytotherapeutica voor veterinaire toepassingen kunnen vallen zijn diergeneesmiddel, diervoederadditief, aanvullend diervoeder en diervoederingrediënt.

De regelgeving voor diergeneesmiddelen is tot op zekere hoogte parallel aan die voor humane geneesmiddelen en vereist onder andere dat de veiligheid en werkzaamheid van het diergeneesmiddel getest worden alvorens het op de markt kan worden toegelaten. 

Daarnaast geldt voor diergeneesmiddelen ook dat de residuen in dierlijke producten aan normen dienen te voldoen en hiervoor dienen eventueel maximale residuniveaus (MRLs) en wachttijden van laatste toediening tot aan slacht in acht te worden genomen.

Voor diervoederadditieven, middelen die aan diervoeders worden toegevoegd voor een bepaald technologisch nut, geldt ook dat de werkzaamheid en veiligheid dienen te worden aangetoond. 

De regelgeving voor diervoederingrediënten bevat een lijst met niet toegestane ingrediënten, waardoor kruiden, zolang zij niet op deze lijst voorkomen, als ingrediënt kunnen worden toegepast. Dit niettegenstaande de algemene eisen dat diervoeders geen nadelige effecten mogen hebben op de dieren en de consumenten van dierlijke producten.

In het rapport is de wetgeving voor de verschillende toepassingen in kaart gebracht en zijn de knelpunten weergegeven.

Ook worden aanbevelingen gedaan voor mogelijke oplossingen voor deze knelpunten.


Test